Lijnen-landschap met warme en koude kleuren.

Materiaal

Zwart stevig a-4 papier, grijs potlood, pastelkrijt (eventueel vetkrijt), kleurencirkel

 

Lesdoel

Je het verschil tussen warme en koude kleuren.

Je ziet wat er gebeurt als je ze in één tekening naast elkaar gebruikt.

Je leert om te gaan met pastelkrijt.

 

Lesinhoud

In deze les staat het warm-koudcontrast centraal.

 

 

In deze les wordt gebruik gemaakt van pastelkrijt. Het kan ook met vetkrijt. Pastelkrijt kan met de vinger mooi egaal worden geveegd. Vertel de kinderen om hun vinger eerst schoon te maken voor ze met een volgende kleur beginnen. Let op: alleen het krijtje of de vingertop mogen het papier raken, de handpalm mag niet over het papier schuiven. Anders ontstaan er vlekken.

Pak een gewoon grijs potlood. Eerst wordt daarmee, met een golvende lijn, het zwarte tekenpapier in twee helften verdeeld. De zon bestaat uit, steeds groter wordende, golvende cirkels. De ringen worden ingevuld met verschillende warme kleuren. Daaronder wordt het vlak ingevuld met heuvelachtige lijnen. Laat zien hoe de zon door de heuvels gedeeltelijk wordt afgesneden en ook de heuvels overlappen elkaar soms. De vlakken worden ingevuld met koude kleuren. Pas als alles klaar is worden de grijze potlood lijnen overgetrokken met zwart pastelkrijt. Zodra dat gedaan is niet meer vegen! Om de kleuren goed vast te houden kan de tekening eventueel licht worden ingespoten met haarspray.